18.11

FRONTPolyphonie nach „Im Westen nichts Neues" von Erich Maria Remarque, „Le Feu" von Henri Barbusse und ZeitdokumentenUraufführung am 22. März 2014 im Thalia Theater

 

Front – Luk Perceval

Honderd jaar na de start van de Eerste Wereldoorlog schrijft Luk Perceval een requiem dat het verhaal vertelt van soldaten, van verpleegsters, van moeders. Daarvoor ging hij aan de slag met het boek “Van het westelijk front geen nieuws”, geschreven door Erich Maria Remarque, een Duitse veteraan.

Het theaterstuk, dat in het Nederlands, Frans, Duits en Engels gespeeld wordt, toont de zinloosheid van de oorlog, de onmacht van moeders die hun zonen zagen vertrekken, maar niet meer zagen terugkeren. Perceval ziet geen Duitse, Franse, Britse of Belgische soldaten; hij toont jongens die, op een veel te jonge leeftijd, onderworpen werden aan de gruwelen van een oorlog.

Kleine verhalen

Achteraan op het podium staat een gigantische muur, die veel weg heeft van een ruïne. Ze is opgebouwd uit grote platen die aan elkaar vasthangen met stalen kettingen. Rechts voor de muur staat een ladder, en helemaal vooraan staan een tiental kratten op een rij – één voor elke soldaat. Bij de start van de voorstelling moeten alle zaallichten ruimen voor enkele kleine lampjes op het podium. Elke acteur heeft een lampje waarmee hij zijn gezicht in een oranje gloed baadt. Een rij lampionnen die van achteraan tot vooraan het podium loopt, verdeelt het in twee delen: de frontlinie. De rest van het podium blijft volledig donker.

De soldaten gaan zitten op hun krat, op een rij kijken ze recht het publiek in. Ze dragen allen een zwart kostuum met daaronder een wit hemd. Alleen wanneer ze spreken kan je horen tot welk land de soldaat toebehoort, maar eigenlijk maakt dat niet veel uit. Nationaliteiten zijn niet van belang, de grote verhalen van de oorlog evenmin. Er wordt geen aandacht besteed aan het verloop van de oorlog, of wie ze gewonnen heeft: aan het front verliest iedereen. Hier is alle ellende gelijk.

Zintuigenprikkeling

Perceval doet zijn best om vanaf de eerste secondes alle zintuigen van het publiek te prikkelen, een opzet waarin hij ook slaagt. Een schrille trompet zorgt meteen voor een kille, onheilspellende sfeer. Het trompetgeluid, dat bij velen een associatie met dodenherdenkingen oproept, snijdt door de anders muisstille zaal. Even later wordt onweer ongelooflijk realistisch nagebootst: veel luider dan wat aangenaam zou zijn. Het ondraaglijke lawaai brengt je op je ongemak, en vanaf dat het begint wens je dat het op zou houden. Op een gedurfde manier wekt Perceval emoties op bij het publiek. Door hele sterke prikkels het publiek in te sturen, dwingt hij je de sfeer van de oorlog in.

Het vaak overweldigende geluid weet Perceval in evenwicht te brengen met visuele eenvoud. Het decor is heel simpel maar wordt aangevuld door een prachtig lichtspel. Op de muur worden zwart-witbeelden geprojecteerd van soldaten. Met deze projecties worden ook decorveranderingen gecreëerd. Zo wordt met een wolkachtig patroon heel slim een gasaanval gesimuleerd. Een heleboel lichtpuntjes moeten dan weer duidelijk maken dat we ons onder een sterrenhemel bevinden. Dankzij deze techniek wordt het stuk nooit onderbroken voor decorveranderingen, twee uur lang blijf je volledig ondergedompeld in het verhaal.

Verplichte kost

In dit stuk doet Perceval het volledige publiek meeleven. Je voelt de pijn van de moeder die al haar kinderen verloor. Je voelt de onmacht van de soldaat die al zijn kameraden voor zijn ogen zag sterven, en die– volledig toevallig – zelf het leven nog niet liet. Je leeft mee met de verpleegsters die ’s nachts nachtmerries hebben van de slachtoffers die ze overdag moeten verzorgen, en je hoopt dat jouw familie en geliefden nooit zulke gruwelijkheden moeten meemaken. « Wie de geschiedenis niet kent, is gedoemd ze te herhalen”, zei George Santayana, lang voor de oorlog zelfs begonnen was. Perceval doet het anders. Wie de geschiedenis niet beleeft, is gedoemd ze te herhalen. En zo verlieten we de zaal als iets grotere pacifisten dan toen we ze binnenkwamen.

Emilie De Clerck

________________________________

VERA MANTERO / O RUMO DO FUMO

What can be said about Pierre

Etrange rencontre entre un public, une danseuse, une voix, celle de Gilles Deleuze grand philosophe. Un extrait, un cours magistral sur Spinoza nous transporte sur la vague de la philosophie. Brisant les conventions de la danse accompagnant une musique, cette dernière se fait discours. Elle devient l’illustration d’une voix, d’une parole et de mots. La danseuse au corps svelte et dynamique met en acte, en mouvement, cette fameuse voix, cet acte philosophique. Elle devient l’une des traductrices du discours, mais surtout présente l’une des façons de l’appréhender et de le comprendre de façon sensible.

L’exercice n’est pas simple, il faut se concentrer sur les mots entendus puis essayer de comprendre comment appliquer le mouvement au contenu ? Au départ nous essayons tous de trouver une transcription à la parole mais cette danse semble « exploser » en différents gestes qui semblent parfois n’avoir aucun lien avec ce qui est audible. Le premier questionnement fut : comment cette danseuse a-t-elle eu l’idée de tel mouvement pour telle parole ? Comment traduire soi-même cet acte performatif et artistique ?

A mesure que le discours et la danse emplissaient l’espace scénique, le spectateur était comme happé par la fascinante expressivité qui ressortait de ce moment. Les expressions faciales, la posture, devenaient un langage : un nouveau langage. Un moment sublime, une découverte des possibilités multiples du geste, de la langue, de la transmission de la pensée. Deleuze, Spinoza et Vera Mantero parlaient désormais d’une seule et même voix.

Cette danse, cette transe, explore les possibles d’une corporalité. On peut se demander alors comment envisager la communication corporelle après cette démonstration ? Grâce à Vera Mantero, nous pouvons faire une relecture de notre corps, il devient évident que  comme notre cerveau, nous n’utilisons pas pleinement la capacité performative, communicationnelle et artistique de celui-ci. Entre langage des signes, danse, expressivité et dépassement de soi cette artiste crée une louange aux langages quels qu’ils soient.

Charlotte. S

Votre commentaire

Entrez vos coordonnées ci-dessous ou cliquez sur une icône pour vous connecter:

Logo WordPress.com

Vous commentez à l’aide de votre compte WordPress.com. Déconnexion /  Changer )

Image Twitter

Vous commentez à l’aide de votre compte Twitter. Déconnexion /  Changer )

Photo Facebook

Vous commentez à l’aide de votre compte Facebook. Déconnexion /  Changer )

Connexion à %s